坐 ZA
座 ZA (Sitz, Thron)
挫 ZA
咲 zaき (blühen)
咲 zaきする (blühen)
挿 zaし
座 zaす (Sitz, Thron)
座 zaする (Sitz, Thron)
斎 ZAI (reinigen, anbeten, enthalten)
剤 ZAI (Medizin)
在 ZAI (Vorstadt)
材 ZAI (Holz, Material)
罪 ZAI (Sünde)
財 ZAI (Reichtum)
坂 zaka (Steigung)
盛 zakaり (Höhe(punkt))
境 zakai (Grenze, Region, Zustand)
堺 zakai
魚 zakana (Fisch)
酒 zake (Sake, Alkohol)
桜 zakura (Kirschblüte)
様 zama
山 ZAN (Berg)
惨 ZAN
算 ZAN
斬 ZAN
暫 ZAN
残 ZAN (übrigbleiben)
皿 zara (Teller, Schüssel)
更 zaraだ (wieder, mehr und mehr)
猿 zaru (Affe)
里 zato (Dorf)
雑 zatsuだ (Diverses, mischen)
雑 zatsuだ (ungeordnet, zusamengewürfelt)
沢 zawa (Sumpf)
瀬 ze (Strom, -schnellen)
是 ZE (recht, richtig)
攻 zeめ (bombard)
攻 zeめする (bombard)
勢 ZEI (Stärke, Macht)
税 ZEI (Steuer)
脆 ZEI
贅 ZEI
関 zeki (bezogen auf, Barriere)
千 ZEN (thousand)
前 ZEN (vor(her))
善 ZEN (Güte, Tugend)
漸 ZEN
然 ZEN (aussehen wie)
全 ZEN (alles)
禅 ZEN (Zen)
繕 ZEN
膳 ZEN
然 zen(ぼう) (zuständig)
銭 zeni (1/100 Yen)
絶 zesする (aussterben)
絶 ZET (aussterben)
絶 ZETSU (aussterben)
舌 ZETSU (tongue)
添 zoえ (hinzufügen, anhängen)
添 zoえする (hinzufügen, anhängen)
沿 zoい (entlang)
反 zoる(のけ) (warp)
初 zoめ
染 zoめ
初 zoめする
染 zoめする
添 zoe (hinzufügen, anhängen)
副 zoe (kopieren)
底 zoko (Grund, Tiefe)
粟 ZOKU
足 ZOKU ((Paar) Fuß, Bekleidungszähler)
俗 ZOKU (Sitten, weltlich, vulgär)
属 ZOKU (genus)
賊 ZOKU (Rebell, verwunden)
族 ZOKU (Rasse, Clan, Stamm)
続 ZOKU (fortsetzen)
属 zokuす (genus)
属 zokuする (genus)
俗 zokuに (Sitten, weltlich, vulgär)
染 zome
存 ZON (kennen, existieren)
存 zonずる (kennen, existieren)
存 zonじ(ご) (kennen, existieren)
存 zonじる (kennen, existieren)
雑 ZOO
三 ZOO (drei)
象 ZOO (Elefant, imitieren)
像 ZOO (image, statue)
増 ZOO (Anstieg, Erweiterung)
憎 ZOO
臓 ZOO (Eingeweide)
蔵 ZOO
贈 ZOO (geben, verleihen)
造 ZOO (s.u., herstellen)
橡 ZOO
蔵 zooする (verstecken)
空 zora (Leere)
洲 ZU
図 ZU (Plan, Zeichnung)
厨 ZU (Küche)
逗 ZU (stoppen)
豆 ZU (klein, miniatur-)
頭 ZU (Kopf)
不 -zu (Negation)
尽 zuく (ver/aufbrauchen)
漬 zuけ
漬 zuけする
付 zuけする (mit dabei)
好 zuきに (mögen)
刷 zuり (Gedrucktes)
釣 zuり (angeln)
擦 zuれ
刷 zuりする (Gedrucktes)
釣 zuりする (angeln)
擦 zuれする
詰 zuめ (crowd, stuff, choke)
詰 zuめする (crowd, stuff, choke)
住 zuまい (wohnen)
住 zuまいする (wohnen)
詰 zuまりする (crowd, stuff, choke)
済 zuみ (enden, in Ordnung bringen, klären)
積 zuみ (overcharge,overload)
積 zuみする (stapeln, beladen, Vorhaben)
末 zue (Ende, Nachwelt, letztes Kind)
蕊 ZUI
遂 ZUI
随 ZUI (etw. ausgeliefert)
瑞 ZUI
髄 ZUI (Mark)
蕋 ZUI
遣 zukaい (geben, schicken, tun)
使 zukaい (benutzen)
遣 zukaいする (geben, schicken, tun)
使 zukaいする (benutzen)
疲 zukaれ (fatigue,tire,trying)
疲 zukaれする (fatigue,tire,trying)
漬 zuke
付 zuke (mit dabei)
作 zukuり (herstellen)
作 zukuりする (herstellen)
造 zukuりする (s.u., herstellen)
作 zukuri (herstellen)
造 zukuri (s.u., herstellen)
妻 zuma (Ehefrau)
瀦 zuma
角 zumi (Ecke)
済 zumi (enden, in Ordnung bringen, klären)
澄 zumi (aufklären, -klaren)
炭 zumi (Holzkohle)
墨 zumi (Tinte)
寸 ZUN ((Maßeinheit))
刷 zuri (Gedrucktes)
刷 zuriする (Gedrucktes)
伝 zutaい (mitteilen)
勤 zutoめ
勤 zutoめする
包 zutsuみ (bundle,envelope,pack)
強 zuyo (etwas mehr als)